Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 20-01-2020

Aanliggen

betekenis & definitie

Onder Israël had men de gewoonte om bij den maaltijd aan de tafel aan te liggen. In de oudste tijden zat men gehurkt bij de tafel, maar later lag men aan.

Men vindt van dat aanliggen reeds een bewijs in Amos 6 : 4. In het N. Testament is het Grieksche woord door aanzitten vertaald (Matth. 9 : 10; 26 : 7; Marc. 6 : 22; 14 : 3, 18; Luc. 5 : 29; Joh. 13 : 23; 21 : 20), maar het beteekent aanliggen. Men ondersteunde het hoofd met den linkerarm.

De voeten waren naar achter gestrekt. De plaats rechts was die aan den naastbestaande behoorde.

Die rechts aanlag reikte met zijn achterhoofd tot aan de borst van den linksliggende. Vandaar de uitdrukking dat Johannes aan de borst van Jezus aanlag.