Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Gepubliceerd op 11-11-2022

Volksgeneeskunde

betekenis & definitie

Aan alternatieven buiten de gevestigde geneeskunde bestaat geen gebrek. Naast de homeopathie bestaan er ontelbare geneesmethoden binnen de zogenaamde complementaire geneeskunde (astrologische, biocybernetische, orthomoleculaire en de sympathetische geneeskunde).

Heiltherapeuten en bestralers uit verschillende richtingen bieden al of niet ter zake kundig hun twijfelachtige diensten aan - tegen passende prijzen. De volksgeneeskunde die hier bedoeld wordt, is geworteld in de tijd toen herders, kruidenvrouwen, hoefsmeden en rondtrekkende kwakzalvers met magische spreuken en vaak meedogenloze recepten de arts vervingen, en toen de angst voor demonen en ziektebrengende geesten nog heel concreet was. In sommige streken zal deze traditionele heel wij ze nog voor een deel gebruikelijk zijn, met name bij zieke dieren. Geen der volgende voorbeelden is aan de fantasie ontsproten. Ze zijn afkomstig uit historische documenten, handboeken en volkskundige onderzoeken.

Aambeien: (zie aldaar).
• Astma: twintig krekels roosteren en met honingwijn innemen.
• Oogziekten: bij een levende muis de ogen uitsteken en deze geregen aan een draad om de hals hangen.
• Bedwateren: ‘Vang een paar muizen, dood ze en zuig ze uit, kook ze gaar, neem een lepeltje van deze soep en geef dat aan de patiënt’ (Schweizer Volkskunde, nr. 11/1911). Of: een glas met de urine van de bedplasser bij een dode in het graf plaatsen. Of: tijdens de preek driemaal kruisgewijs tegen de kerkdeur wateren. Of: de urine van een gecastreerd varken drinken.
• Beenbreuk: de poot van een stoel breken, de stoelpoot spalken en verbinden, de stoel in een hoek zetten. Het gebroken been zal snel genezen.
• Bindvliescatarre: vers kalfsvlees op de ogen leggen.
• Buikpijn: varkensmest uitpersen en het sap met brandewijn innemen.
• Duizeligheid: na zonsondergang driemaal naakt om een vlasveld lopen (‘dan wordt het vlas duizelig5).
Eksteroog: (zie aldaar).
• Epilepsie: (zie aldaar).
• Etterende wonden: koeienmest aanbrengen.
• Geelzucht: water drinken waar een goudstuk in heeft gelegen. Of: spinnen eten, eventueel luizen. In een vers uit het jaar 1663 wordt gesteld: ‘Zij die geelzucht hebben eten / luis / En geven zulk een kuur niet gaarne / prijs’ (zie teer).
• Geslachtsziekten: geslachtsverkeer met dieren, bij voorkeur met kippen, eenden, merries en ezels.
• Hoest: het omhelzen van een standbeeld van de heilige Andreas.
• Hondsdolheid: de wond met een brandijzer uitbranden.
• Hoofdpijn: niespoeder strooien. Een doodshoofd op het hoofd zetten. Recept uit het jaar 1677: ‘De strop / waarmee een dief is opgehangen / helpt tegen hoofdpijn / gebonden om het zieke hoofd.’
• Huiduitslag: het gezicht op Sint-Jansdag voor zonsopgang met kikkerdril wassen.
• Impotentie: iedere vrijdag voor zonsopgang in ezelinnenmelk gekookte Spaanse vlieg, hennepzaad en hazen testikels drinken.
• Kinkhoest: aan een vis ruiken. Of: hazenkeutels in een zakje om de hals dragen.
• Keelpijn: de genitaliën van een gecastreerd dier om de hals hangen, tot ze vallen.
• Kiespijn: op het kerkhof in erwten bij ten en die erwten in een pas geZl6 Volksgeneeskunde graven graf gooien. Of: om middernacht in het been van een dode bijten. Eventueel in een boom bijten, indien mogelijk een boom die door de bliksem is getroffen. Of: een mol de kop afbijten en daarna snel uitspugen. Of: de uitwendige gehoorgang met een mengsel van rozenolie en bladluizen insmeren. Of: in olie gekookte haaienhersenen eten. Of: achter een altaar gaan staan en in een broodje bijten.
• Koorts: een zoute haring met vinnen, schubben en graat opeten, zonder er wat bij te drinken.
• Kramp in de voet: de voet met knoflook inwrijven, een rode draad aan de voet hangen en onder het bed een oude bezem zonder steel leggen.
• Krop: met het hemd een dood kind aanraken.
• Lendepijn: profylaxe: bij de eerste roep van de koekoek op de grond gaan liggen en/of permanent de gehoorbeentjes van een varken bij zich dragen.
• Maagzuur: (zie aldaar).
• Mazelen: met erwtennat wassen. Of: een geroosterde muis consumeren.
• Mondslijmvliesontsteking: de staart van een zwarte kat door de mond trekken.
• Nierkoliek: soep waarin padden zijn gekookt oplepelen.
• Onvermogen tot urineren: een varkensblaas die niet op de grond is geweest, op het lid of de schede leggen.
• Oorpijn: op een kerktoren klimmen en met blauw krijt de eigen naam op de grootste klok schrijven. Of: levende regenwormen doorslikken. Of: pissebedden in deeg bakken en opeten.
• Pijn in de zij: (zie aldaar).
• Reumatiek: een vrouwtjes-eekhoorn mee in bed nemen, ‘tot het dier dood is’. Of: een gezouten makreel op de voeten binden.
• Schurft: zich ’s morgens in de dauw van een graanveld wentelen of zich door honden laten likken.
• Spit: (zie aldaar).
• Steenpuist: (zie aldaar).
• Tuberculose: vis op de borst van de patiënt laten sterven.
• Wratten: (zie aldaar).
• Zweer: met de hand van een dode de zweer drie keer bekruisen.

Wat opvalt is dat de voor de genezing benodigde behandeling uiterst wrede omgang met dieren inhoudt. Terwijl in de volksliteratuur dierenmishandeling doorgaans voor zeer kwalijk doorgaat en er akelige dreigementen geuit worden: verlamming van de arm waarmee de mishandeling plaatsvond; stomme nakomelingen (bij een man die bij mussen de tong had uitgerukt).

Analogietoverij.