een versterkte Kanaänietische stad, aan een weg, die door de vlakte van de Kison naar Saron voert. De stad wordt reeds genoemd in de Egyptische teksten van Thoetmosis III.
In no 248 van de Amarnabrieven komt de stad voor onder de naam Tahnuka, als vijandig aan de voorstanders van de Farao. Verbonden met Megiddo, in deze teksten en in de Bijbel, bood zij in samenwerking met deze stad lang weerstand aan de Israëlietische invasie, Joz. 12 : 21; 18 : 11; Richt. 1 : 27; 5 : 19; voor zij onderworpen werd. Het was later een Manassietische stad, Joz. 21 : 25, in de Salomonische administratie, 1 Kon. 4 : 12. Het Onomasticon plaatst het op een afstand van 3, later 4 mijlen van Legio. In werkelijkheid ligt Tell Taᶜannak dicht bij het gehucht, dat de „Census of Palestine” vermeldt als Tiᶜinnik in het district Dsjenin, 8 km ZO. van Megiddo. De ruïneheuvel Tell Taᶜannak is in 1902 en 1904 opgegraven door Sellin. De stad had al een bloeitijd in de bronsperiode. Verscheidene strategische bouwwerken werden bij de opgraving blootgelegd en ook het versterkte paleis van de stadsgouverneur Isjtar-jasjoer kwam aan het licht. In dit paleis legde Sellin de hand op een vondst van Babylonische kleitafeltjes; deze paleisburcht wordt naar de geadresseerde van vier dezer brieven, het paleis van Isjtar-jasjoer genoemd. Belangrijk zijn ook de persoonsnamen, die in dit archief genoemd worden. Zij tonen dat T. een zeer gemengde bevolking herbergde. Slechts een derde der namen is zuiver Kanaänietisch; de overige zijn samengesteld uit Amorietische, Akkadische, Egyptische en andere elementen. Even veelzijdig was ook het pantheon der godheden. El en Tesjoep, Adad en Asjirat, Amen en Nergal werden er vereerd en hadden in de stad hun dienaren. Van de laatstgenoemde god spreekt ook een Babylonische cylinder, die in T. gevonden is en toebehoord heeft aan een zekere Atanach-il, die zich in het Akkadische inschrift de dienaar van deze god betuigt. De typische vermenging van Egyptische symbolen met een Akkadisch inschrift en een Babylonische tekening geeft een sprekend bewijs van de cultuurvermenging en de godsdienstvermenging in Kanaän. Door zulke gegevens krijgt men een beeld van het milieu, waarin de stammen van Israël kwamen en aan welke invloeden zij er werden blootgesteld.