Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

AMARNABRIEVEN

betekenis & definitie

Amarna of El-Amarna is een ruïnenheuvel op de rechteroever van de Nijl, tussen Thebe en Memfis. Hier lag de residentie van Amenophis IV of Aken-aten, Ichnaton (± 1383—1366 v.

C.), die de dienst van de god Amon wilde afschaffen en de zonneschijf (Aton) wilde vereren. In 1887 werd in El-Amarna het archief van Amenophis III en Amenophis IV ontdekt. Dit bestond uit veel kleitafeltjes met spijkerschrift en bevat de briefwisseling tussen genoemde Farao’s met de koningen van Babylonië, Assyrië, Mitanni, Cyprus, het land Hatti, Cilicië, maar vooral met de van Egypte afhankelijke vorsten in Phoenicië, Syrië en Palestina. Slechts ± 350 van deze brieven zijn bewaard gebleven. Doch zij hebben een verrassend licht geworpen op de tijd van de verovering van Kanaän door de Israëlieten. Smeekbeden tot de Farao om hulp tegen de binnendringende Chabiru, onder wie wij de Hebreën zullen moeten verstaan, zijn niet van de lucht. De taal dezer brieven is het Akkadisch. Dit was dus in die tijd de diplomatieke correspondentietaal. Toch bevat dit Akkadisch veel uitdrukkingen, die men Kanaänismen kan noemen. Twee der brieven zijn geschreven in het Hethietisch, één in de taal van Mitanni. In 1940 promoveerde aan de V. U. te Amsterdam J. de Koning op een uitvoerig proefschrift: „Studiën over de El-Amarnabrieven en het O. T. inzonderheid uit historisch oogpunt”.

< >