Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

JAËZER

betekenis & definitie

Num. 21 : 32, een stad door Amorieten bewoond en door Israël veroverd; toegewezen aan Gad, Joz. 13 : 25, als Joab de telling volbrengt begint hij bij het Z.lijk gelegen Aroër en bij de stad, die midden in het dal ligt en in de buurt van J. (2 Sam. 24 : 5); er was een kolonie van Hebronieten, 1 Kron. 26 : 31. Het lag volgens het Onomasticon 10 mijl van Philadelphia (= Rabba der kinderen Ammons) en 15 mijl van Hesbon.

Volgens A. Musil is J. ter plaatse van Bejt Zera op 880 m hoogte gelegen. Maar omdat men hier geen vondsten heeft uit de Israëlietische tijd, heeft men andere plaatsen voorgesteld in de nabijheid van Hesbon, Jes. 16 : 8, Jer. 48 : 32. Misschien moet men het denken in Chirbet Dsjaszir aan de Wadi Saib. De laatste studie van Schultze plaatst J. evenwel in El-jadoede, ten NO. van Hesbon.

< >