De vrouw van de Keniet Heber. Zij doodde Sisera, die op zijn vlucht voor Barak zijn intrek bij haar in de tent genomen had, met een tentpin en een hamer, nadat hij van uitputting in diepe slaap gevallen was.
Om deze daad, door Debora voorspeld, wordt zij door deze in het lied van Debora geprezen, Richt. 4 : 9, 11, 17—22; 5 : 6, 24—27.