Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

HADADEZER

betekenis & definitie

„Hadad is hulp”, koning van Zoba, 2 Sam. 8 : 3, 5, 7—10, 12; 10 : 16, 19, 1 kon. 11 : 23. 1 Kron. 18 : 3, 5, 7—10; 19 : 16, 19 wordt hij abusievelijk genoemd Hadarezer. Zie Hadad.

H. was de zoon van Rehob en een Arameër; zie Arameërs. David versloeg H. en werd zo meester over Syrië. Het is mogelijk, dat H. in de strijd tegen David sneuvelde. Zie over een latere H., koning van Damascus, Benhadad 2.

< >