een Edomiet, de opzichter over de herders van Saul. Deze was te Nob afgezonderd vóór het aangezicht des Heren, toen David daar kwam en van de priester Achimelech het toonbrood en het zwaard van Goliath ontving, 1 Sam. 21 : 7.
D. brengt dit over aan Saul en vermoordt op Sauls bevel de priesters, 85 man, en slaat de priesterstad Nob met de scherpte des zwaards, 1 Sam. 22 : 6—23, Ps. 52. Zie Satan.