Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

BADEN

betekenis & definitie

In het warme klimaat van het nabije O. is het b. een behoefte. Uit Ex. 2 : 5; 7 : 15; 8 : 20 weten we reeds, dat men ten tijde van Mozes aan het hof van de Farao de gewoonte had, zich te gaan b. in de Nijl, al is het mogelijk bij de twee laatstgenoemde plaatsen aan een feest ter ere van de Nijl-god te denken.

Bij de opgravingen in Egypte zijn in de paleizen badkamers gevonden. Het b. geschiedde in zulke kamers zittende door middel van overgieting met water. Dit kon dan door een afvoerbuis wegvloeien. Ook de Babyloniërs en de Assyriërs kenden in hun paleizen badkamers. In de tijd van de dynastie van Akkad (zie Babylonië) waren er in een paleis, dat enige jaren geleden te Asnunna werd opgegraven, 7 toiletten en 5 badkamers. In elk toilet stond een grote waterkruik. Daarnaast lag een lemen schepbakje. Zie P. v. d. Meer, De Agade-periode in: Kernmomenten der antieke beschaving (1947) bl. 226.Men kende in Assyrië ook badkuipen. Er is in Samana uit de tijd tussen 900 en 600 v. C. een voetbad gevonden. In het O.T. is herhaaldelijk van b. en wassingen sprake. Men wies zich na een wandeling het stof van de voeten, vgl. Gen. 18 : 4; 19 : 2; 24 : 32; 43 : 24. In de huizen der aanzienlijken wies men zich op de binnenplaatsen, zie 2 Sam. 11 : 2, 4. Ook wies men zich na een tijd van rouw en voor feestelijke gelegenheden, Ruth 3 : 3, 2 Sam. 12 : 20. Een grote plaats namen de wassingen in bij de dienst van tabernakel en tempel en in de Levietische reinigingswetten. Vgl. Ex. 40 : 12, 13, Lev. 8 : 6; 16 : 4, 24; 14 : 8; 15 : 5, 17 : 15, Num. 19 : 7, 8. Er was in de voorhof een koperen wasvat voor de priesters, Ex. 30 : 17—21. Aan dit wasvat zullen kranen geweest zijn. Door deze eisen der ceremoniële wet wordt de nadruk gelegd op het feit, dat alleen de reinen naderen mogen tot de Here. De lichamelijke en cultische onreinheid wordt beeld van de onreinheid door de zonde. Zie nog Gen. 35 : 2; Ex. 19 : 10 (wassen v. d. klederen).

Ook in het N.T. is herhaaldelijk van b. sprake, waarbij bepaald aan een zich onderdompelen in stromend water moet worden gedacht, Marc. 7 : 3, 4. Het duidelijkst is van b sprake Joh. 5, het zich wassen in Bethzata (of Bethesda, zie aldaar) en Joh. 9, het zich wassen in Siloam (zie aldaar). Figuurlijk Tit. 3 : 5.

< >