zijn broek afvegen aan
(1900) (Vlaanderen, euf.) zijn gat aan (iemand of iets) afvegen; zich van niets of niemand iets aantrekken. Syn.: zijn kloten vegen aan. • Zijn broek aan iets vagen, er zich geenszins aan gelegen laten. (Amaat Joos: Waas Idioticon. 1900) • In momenten van levensgevaar veegt men zijn broek aan de convenances. (Raymond Brulez: Het...