Wat is de betekenis van AFVEGEN?

afvegen - Werkwoord 1. (ov) met een doekje of papiertje vuil weghalen ♢ Hij moest eerst zijn handen afvegen voordat hij de man kon feliciteren. ♢ Hij veegde zijn handen af aan zijn broek. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord)...

afvegen - regelmatig werkwoord uitspraak: af-ve-gen 1. schoonmaken door erover te bewegen met een doek of borstel ♢ je moet je mond even afvegen Regelmatig werkwoord: af-ve-gen ik veeg af (... ik afveeg)...

- het bord afvegen, het bord schoonvegen, uitvegen.

de bijen van een raampje uit de bijenkast vegen.

(bijenteelt) A. is het vegen van de bijen van een raampje uit een bijenkast, met een bijenveger, -borstel of ganzenvleugel.

v., ôffeije, -wiskje. afvoer s., ôffier.

...

(veegde af, heeft afgeveegd), stof, vuil of vocht dat zich aan of op een voorwerp bevindt, door vegen met een doek, borstel, of iets dergelijks wegnemen : het stof van de tafel, ook de tafel afvegen ; het stof van de kleren afvegen, ook zijn kleren afvegen, zich afvegen, het stof van zijn klederen verwijderen; — ...

veegde af, h. afgeveegd (1 door vegen verwijderen; 2 door vegen reinigen): 1. stof afvegen; 2. de tafel afvegen; een spiegel, zijn mond afvegen.