Wat is de betekenis van Vakantie?

2024-12-08
Winkler Prins Junior

Winkler Prins Encyclopedie

2024-12-08
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-08
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vakantie

vakantie - Zelfstandignaamwoord 1. een jaarlijkse vrije tijd voor personen in verschillende beroepen en voor leerlingen Wij hebben vanaf morgen vakantie! 2. een reis in de vakantie Wij gaan op vakantie naar Kreta. Woordherkomst afgeleid...

2024-12-08
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vakantie

vakantie - zelfstandig naamwoord uitspraak: va-kan-sie 1. periode waarin je vrij hebt van school of werk ♢ in de vakantie zwem ik elke dag 1. op vakantie gaan [naar een andere plaats gaan als je vr...

2024-12-08
Begrippenlijst toerisme

Digischool (2010)

Vakantie

Vakantie is een verblijf buiten de woonomgeving voor ontspanning of plezier met minstens één overnachting buitenshuis.

2024-12-08
De A is van Amalia, die is allochtoon, een multiculti ABC

Hans Kaldenbach (2007)

Vakantie

Voor de eerste generatie migranten uit Turkije en Marokko is een vakantie naar het herkomstland nauwelijks vakantie. Turken zeggen onderling grappend: ‘We moeten een jaar lang hard werken om ons een maand lang uit te kunnen sloven’. Vakantie betekent familiebezoek. Alle familieleden moeten worden bezocht, ook vrienden en kennissen van vroeger. Bijn...

2024-12-08
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Vakantie

op - zijn Bargoense uitdr. voor gevangen zitten. Endt en Frerichs.

2024-12-08
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Vakantie

(vacantie) verlof; rusttijd

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-08
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

vakantie

vakantie - Periodes waarin tijd wordt besteed aan rust, ontspanning of vermaak.