vakantie
...
Wiktionary (2019)
vakantie - Zelfstandignaamwoord 1. een jaarlijkse vrije tijd voor personen in verschillende beroepen en voor leerlingen ♢ Wij hebben vanaf morgen vakantie! 2. een reis in de vakantie ♢ Wij gaan op vakantie naar Kreta. Woordherkomst afgeleid...
Muiswerk Educatief (2017)
vakantie - zelfstandig naamwoord uitspraak: va-kan-sie 1. periode waarin je vrij hebt van school of werk ♢ in de vakantie zwem ik elke dag 1. op vakantie gaan [naar een andere plaats gaan als je vr...
Digischool (2010)
Vakantie is een verblijf buiten de woonomgeving voor ontspanning of plezier met minstens één overnachting buitenshuis.
Hans Kaldenbach (2007)
Voor de eerste generatie migranten uit Turkije en Marokko is een vakantie naar het herkomstland nauwelijks vakantie. Turken zeggen onderling grappend: ‘We moeten een jaar lang hard werken om ons een maand lang uit te kunnen sloven’. Vakantie betekent familiebezoek. Alle familieleden moeten worden bezocht, ook vrienden en kennissen van vroeger. Bijn...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: