Wat is de betekenis van uitwerken?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitwerken

uitwerken - Werkwoord 1. nauwkeuriger maken van wat al in grote lijnen is bepaald De ambtenaren moeten de plannen van het kabinet uitwerken. Hij maakte altijd prachtige plannen maar uitwerken van de details liet hij altijd aan andren over.

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uitwerken

uitwerken - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-wer-ken 1. preciezer maken, meer gegevens noemen ♢ je moet dit verhaal nog wat verder uitwerken 2. geen effect meer hebben ♢ het medicijn is uitge...

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

uitwerken

- zijn kop uitwerken, zijn zin doordrijven. - zijn woede op iemand uitwerken, zijn woede op iemand koelen, zich afreageren.

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

uitwerken

In enkele gemeenz. uitdr.: zijn woede op iem. uitwerken e.d., zijn woede enz. koelen, afreageren; - zijn kop uitwerken, zijn zin doordrijven. - Zie hiervoor s.v. kop.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitwerken

v., útwurkje, -arbeidzje.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitwerken

(werkte uit, heeft en is uitgewerkt), I. overg., 1. werkend naar buiten brengen; (zeew.) tegen stroom of wind uitlaveren; voor het tij uitwerken, zich in beweging stellen voordat eb of vloed zich doet gevoelen; 2. (abs.) figuren snijden in, uitsnijden: een uitgewerkte rand; het uitgewerkte gevest van een degen; de hoef van...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitwerken

werkte uit h. uitgewerkt (1 al werkende met moeite naar buiten brengen; 2 fijner, nauwkeuriger, breedvoeriger bewerken dan het ontwerp; 3 tot stand brengen): 1. iemand de deur uitwerken; 2. werk dat plan nu eens uit, in bijzonderheden gereedmaken; 3. dat zal niet veel uitwerken, uithalen; een wortelvorm uitwerken, oplossen; nog: dat bier moet eerst...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitwerken

('uit) (werkte uit, heeft uitgewerkt) 1. met moeite werkend naar buiten brengen : iemand de deur -. 2. uitsnijden : het uitgewerkte gevest van een degen. 3. nauwkeurig bewerken : de schilder kan dit wat meer -. 4. tot stand brengen, uithalen : dat zal niet veel -. Syn. ➝ bewerken. 5. in details gereedmaken : een plan goed -. 6. oplossen :...