uitwerken - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-wer-ken
1. preciezer maken, meer gegevens noemen
♢ je moet dit verhaal nog wat verder uitwerken
2. geen effect meer hebben
♢ het medicijn is uitgewerkt
Regelmatig werkwoord: uit-wer-ken
ik werk uit (... ik uitwerk)
jij/u werkt uit (... jij uitwerkt)
hij/zij werkt uit (... hij uitwerkt)
wij/zij/jullie werken uit (... wij uitwerken)
ik/jij/u/hij/zij werkte uit (... ik uitwerkte)
wij/zij/jullie werkten uit (... wij uitwerkten)
hij heeft uitgewerkt
de/het/een uitgewerkte ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk