treef
(19e eeuw) (< Sur. < Hebr. treife, tereefa, verboden spijs) vrees voor het gebruik van sommige levensmiddelen die, vanuit het (Afrikaanse) volksgeloof, allerlei huidziekten (bijv. lepra) en kwalen zou meebrengen. Het gebruik van zulke verboden spijzen zou ziekten veroorzaken, die bij de onthouding daarvan geheel zouden verdwijnen; overgevoeli...