Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 24-02-2024

treef

betekenis & definitie

(19e eeuw) (< Sur. < Hebr. treife, tereefa, verboden spijs) vrees voor het gebruik van sommige levensmiddelen die, vanuit het (Afrikaanse) volksgeloof, allerlei huidziekten (bijv. lepra) en kwalen zou meebrengen. Het gebruik van zulke verboden spijzen zou ziekten veroorzaken, die bij de onthouding daarvan geheel zouden verdwijnen; overgevoeligheid voor bepaalde voedingsmiddelen.

• De volksklasse kent geen vrees voor besmetting Dit is mij herhaaldelijk bij ziekenbezoeken, en ook bij een bezoek op het etablissement ‘Batavia’ gebleken. Bijna algemeen wordt het optreden der ziekte in Suriname door ‘treef’ verklaard. Onder treef verstaat men daar vatbaarheid voor den schadelijken invloed van sommig voedsel; en deze vatbaarheid zou van vader of grootvader op kinderen of kleinkinderen overgaan. Zoo heeft deze treef voor vleesch en eieren van kippen, gene voor visch of voor varkensvleesch; een ander weer verbiedt treef iets te eten wat van een zwarte koe afkomstig is. Creolen die treef hebben zouden door den grootsten honger niet gedwongen worden, te gebruiken van spijzen waarvoor zij die treef hebben. (Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 5. 1895)
• Ik wil er niets van hebben: makreel is mijn treef. (H.F. Rikken: Codjo, de brandstichter. 1904)
• Alle hertengeesten gelden als hoogst gevaarlijk en dit is gedeeltelijk de reden, waarom Indiaansche Piaaimannen aan zoovele menschen het eten ervan verbieden. Overtreding van dit verbod (treef) zou gestraft worden met vlekken (lepra) gelijk de vlekken aan een hertenhuid. (F.P. Penard, A.P. Penard: De menschetende aanbidders der zonneslang. 1907)
• Hieronder verstaat men, volgens het zeer verbreide volksgeloof in Suriname, elk voedingsmiddel, waarvan het voortgezet gebruik aanleiding zou geven tot het ontstaan van lepreuze huid veranderingen. Voor zulk een voedingsmiddel heet men dan ‘treef te hebben’. Het is algemeen bekend, dat het gebruik van sommige spijzen, dranken, genot- en geneesmiddelen - zie o.a. de lange lijst in E. van der Hoop's artikel ‘Huidaandoeningen ontstaan door voedsel of geneesmiddelen’ (Moleschott, 5 en 12 Febr. 1916, blz. 373-390) - bij daarvoor vatbare personen huidaandoeningen van den meest uiteenloopenden, gewoonlijk snel voorbijgaanden, maar soms ook van zeer hardnekkigen aard kan te weeg brengen. Deze vatbaarheid, idiosyncrasie, die erfelijk kan zijn, is evenwel niet volkomen de ‘treef’ van Suriname. (Meerdere auteurs: Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië. 1914-1917)
• De dokters kletsen maar wat over besmettelijkheid en al die geleerdheid meer. Wie zich niet aan z'n treef houdt, wordt melaats; wie nooit eet, wat zijn treef is, wordt ook nooit melaats; dat is de hele zaak! Maar laat de dokter dat niet horen, anders begintie weer te schelden op ons bijgeloof en onze achterlijkheid en zo meer. (Hans Helmer: Jong Suriname op avontuur. 1938)
• Alida Neslo: "Ik heb m'n jeugd doorgebracht in Suriname. Daar zijn we met een half miljoen mensen en worden er 23 talen gesproken. Alles loopt er door elkaar. De joden hebben een grote stempel gedrukt op Suriname. Bijna iedereen heeft er een treef, een taboe, van het Hebreeuwse 'tereva'. (De Morgen, 28/10/1998)

< >