Wat is de betekenis van transistor?

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

transistor

transistor - Zelfstandignaamwoord 1. (elektrotechniek), (elektronica) één van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw, halfgeleider die elektrische signalen versterkt. Voorloper van het geïntegreerde circuit en daarmee basiselement van de computer en van internet 2. transistorradio Woordherkomst van het Engelse tr...

2025-07-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

transistor

transistor - zelfstandig naamwoord uitspraak: tran-sis-tor 1. elektrisch onderdeel dat signalen versterkt ♢ in deze oude radio zitten nog transistoren Zelfstandig naamwoord: tran-sis-tor de transistor ...

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Transistor

[Eng., samentrekking van transfer resistor= lett.: overdrachtsweerstand] 1 elektronisch onderdeel van een groter apparaat ter versterking van zwakke elektrische stromen door middel van een halfgeleidend kristal; 2 verkorting van transistorradio.

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Transistor

toestel dat een elektrische trilling of signaal kan versterken (merknaam); verkorting van transistorradio

2025-07-16
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Transistor

Transistor Een klein halfgeleiderelement, dat bijna alle functies van een elektronenbuis verricht.

2025-07-16
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

transistor

een op de eigenschappen van halfgeleiders berustend apparaatje, dat tegenwoordig veel gebruikt wordt in plaats van versterkerbuizen. Het is een germanium- of siliciumkrisal, bestaande uit drie gebiedjes. Het middelste heeft op 1 milj. atomen 1 arseenatoom, de twee buitenste hebben op 1 milj. atomen 1 indiumatoom (driewaardig atoom). Door deze &bdqu...

2025-07-16
Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

TRANSISTOR

Nog maar enkele jaren geleden hadden alleen enkele specialisten gehoord van transistors. Op het ogenblik ligt het woord op ieders lippen en hebben transistors in talrijke elektrische en elektronische apparaten de plaats ingenomen van de vroegere radiolampen. Zelfs meer dan dat; wat vroeger niet mogelijk was met radiolampen te verwezenlijken, zoals...

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

transistor

(’sistər) m. (-en) (spr. *to:əsn) [Lat. transire, overgaan] toestel met een halfgeleidend kristal b. v. germanium, en een andere stof als fosfoor, waartussen een wisselstroom overgaat : de dient als versterker van een wisselstroomvermogen o. a. in een boorapparaat.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Transistor

m. (-s), halfgeleiderconstructie die gebruikt kan worden voor de versterking van elektrische signalen. In de afb. is schematisch de zgn. p-n-p lagentransistor in eenvoudige schakeling weergegeven. In een éénkristal van germanium of silicium zijn twee p-gebieden van elkaar gescheiden door een dunne laag (enige honderdsten mm) van n-typ...