Gepubliceerd op 01-11-2017

transistor

betekenis & definitie

transistor - Zelfstandignaamwoord
1. (elektrotechniek), (elektronica) één van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw, halfgeleider die elektrische signalen versterkt. Voorloper van het geïntegreerde circuit en daarmee basiselement van de computer en van internet
2. transistorradio

Woordherkomst
van het Engelse transfer (overdracht) + resistor (weerstand) (met het voorvoegsel trans-)

Synoniemen
tor