Wat is de betekenis van Strijken?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

strijken

1) (19e eeuw) (sold.) verbleken. • Strijken, (k.m.a.), verbleeken. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) 2) (17e eeuw, vero.) copuleren, neuken. Metafoor die verwijst naar het vioolspelen. Syn.: vedelen*. • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (Rob...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

strijken

strijken - Werkwoord 1. over een oppervlak laten glijden Hij streek zijn huilende zoontje over zijn bolletje. 2. wasgoed desinfecteren en gladmaken met hulp van een heet ijzer, een strijkijzer Ik heb dat overhemd nog niet gestreken. 3. iets lat...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

strijken

strijken - onregelmatig werkwoord uitspraak: strij-ken 1. glad maken met een heet ijzer ♢ dit overhemd moet gestreken worden 2. er zachtjes overheen gaan ♢ ik streek met mijn hand langs zijn wan...

2024-04-26
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Strijken

Strijken - slang van de KMA voor wit wegtrekken. Vero.

2024-04-26
Antiliaans woordenboek

Nicoline van der Sijs

strijken

(De Valk 2016) ontkroezen: de haren strijken; vernederlandsing van het Papiamentse strika kabei, waarin strika teruggaat op Nederlands strijken (Van der Sijs 2010), en kabei ‘haar’ betekent (teruggaand op Spaans cabello, Portugees cabelo).

2024-04-26
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Strijken

Strijkmolens die het water vanuit een boezem overmalen in een afwateringskanaal dat in contact staat met de zee.

2024-04-26
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Strijken

Het strijken kan in de zin van iets gladstrijken - met andere woorden: Iets in ’t reine brengen - worden geïnterpreteerd. Vermoedelijk kunnen we een bepaalde actuele zaak spoedig in ons eigen voordeel afhandelen.

2024-04-26
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

strijken

strijken - coïre. De metafoor kan zowel berusten op de betekenis strijken ‘persen’ (vgl. stijven) als op ‘vioolspelen’ (vgl. strijkstok, vedel(en)). Nanne Dirk onze Buur zal haar twee reisen ter weeke stryken, den Goede weeke niet, Koddige Opschriften 4, 118 [1698-1700].

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Strijken

Strijken - 1. Van een zeil. Het vieren van een zeilval en het opdoeken van het naar beneden komende zeil. 2. Van een mast. Aan de voorstag met behulp van bokkepoten of sprenkel en een masttakel omlaag laten komen van een mast. 3. Van een boot. Als een bijboot in davits hangt strijkt men de boot door de takels te laten vieren. 4. De vlag strijken be...