Wat is de betekenis van stinken?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

stinken

1) (2018) (kaartspel) het spel verliezen. • (Rien van den Broek & Ad Kerstens: Van aaszak tot zwabber. Woordenboek van de kaartspeler. 2018) 2) (1937) (Barg.) onveilig zijn. • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stinken

stinken - Werkwoord 1. absoluut een onaangename geur hebben Ga je eerst wassen, je stinkt!

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stinken

stinken - onregelmatig werkwoord uitspraak: stin-ken 1. een vieze lucht verspreiden ♢ vlees dat bedorven is, stinkt 1. het stinkt hier! [iemand zit over zichzelf op te scheppen] Alge...

2024-04-29
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

stinken

1. Van een spel: naar gevaar ruiken, d.w.z. blijkbaar ongunstig (voor de ruiker) verdeeld zijn. 2. Van een bod of gespeelde kaart: naar verlakkerij ruiken, d.w.z. het sterke vermoeden oproepend dat er een truc wordt uitgehaald. Van een zeer doorzichtige psych kan worden gezegd dat dat bod ‘een uur in de wind stinkt’.

2024-04-29
Jargon & Slang van Havenarbeiders

Marc de Coster (2017)

Stinken

Stinken - liggen stinken wordt gebruikt voor een schip dat ongelost blijft.

2024-04-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Stinken

het zal er er komt ruzie van. Informele uitdr. Zie ook er instinken-, in zijn nest liggen (stinken).

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

stinken

In enkele gemeenz. uitdr. die in de standaardt. niet (meer) voorkomen: naar het geld stinken, schatrijk zijn, bulken van het geld enz.; - in onpers. gebruik: het stinkt er e.d., er deugt iets niet, het is er niet pluis enz.; het zal er (gaan) stinken, gezegd tegen iem. die een standje, een pak slaag enz. zal krijgen. Afl.:...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stinken

v., stjonke, s t o n k, s t o n k e n; — als een bunzing, murdzje, stjonke as in murd.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Stinken

(stank; gestunken), stinken; es stinkt zum Himmel, 't is hemeltergend.