SPOOR
I. v. (sporen), 1. puntige stift van ijzer enz. om een rijdier aan te drijven (thans meest een getand raadje), aan de hiel van de laars gedragen: een paard de sporen geven, het prikkelen om harder te rijden; — zijn sporen verdienen, oorspr. het middeleeuws gebruik om een jonker, na het bijwonen van de eerste veldslag, sporen te...