spek
...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. SPEK m. (-ken), (Zuidn.) suikerballetje, babbelaar. II. SPEK o., 1 laag vast vet tussen huid en vlees bij varkens, walvissen en andere grote zeedieren: het spek der walvissen wordt in flenzen gesneden ; — stof waaruit deze laag bestaat: een stuk, een zij spek ; van het spek der walvissen kookt men traan ; vers, gezoute...
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip spek heeft 4 verschillende betekenissen: 1) varkensspek. vast vet tussen de huid en het vlees bij grote zoogdieren en met name bij varkens, dat, al dan niet doorregen met vlees, gegeten wordt als vlees; varkensspek. 2) zacht snoepgoed. zacht snoepgoed van onder andere suiker en opgeklopt eiwit, dat vaak roze en wit is en e...
Marc De Coster (2020-2024)
1) (17e eeuw) scheldnaam die de Geuzen destijds aan de Spanjaarden en in het bijzonder de Spaanse soldaten, gaven. Wellicht omdat ze er mager en hongerig uitzagen. Zie ook Spanjool*. • ‘s Lants sleutels en haer stale grendels / Smijt nu den Speck, met groot ghewelt, / Aen tween, en met Soldaet en vendels / Sy 't Land schier maken datt...
Wiktionary (2019)
spek - Zelfstandignaamwoord 1. (biologie), (voeding) een laag vet tussen huid en vlees bij grote zoogdieren ♢ Hij at 's morgens graag eieren met gebakken spek. 2. sponzige zoetwaar 3. snoep, suikergoed spek - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spekk...
Muiswerk Educatief (2017)
spek - zelfstandig naamwoord 1. laag vet onder de huid ♢ in Engeland eten ze 's morgens eieren met spek 1. voor spek en bonen meedoen [meedoen zonder mee te tellen] 2. dat is sp...
Peter Joh. M. Zuidweg (2016)
De min of meer dikke vetlaag, die zich onder de huid van het varken bevindt. Spek komt vers, gezouten, gerookt of licht gerookt in de handel. Spek verdeeld men in twee categorieën, te weten: a. Vet spek b. Mager spek
Peter Bakema (2003)
- het spek aan zijn been hebben, in de penarie zitten, ergens de schuld van krijgen, de dupe zijn. Woensdag word ik jarig, 39 jaar en bij winst tegen Middelkerke had ik ze een etentje beloofd. Ik heb nu natuurlijk het spek aan mijn been maar het is met plezier gedaan. - HN, 29-01-2003.
Marc de Coster (1998)
het - weg hebben, eufemistische uitdr. uit de 18de eeuw voor ‘zwanger zijn’, maar ook voor ‘syfilis hebben’. Zie ook Spaanse kraag/pokken/wesp.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: