Wat is de betekenis van spek?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

spek

Het begrip spek heeft 4 verschillende betekenissen: 1) varkensspek. vast vet tussen de huid en het vlees bij grote zoogdieren en met name bij varkens, dat, al dan niet doorregen met vlees, gegeten wordt als vlees; varkensspek. 2) zacht snoepgoed. zacht snoepgoed van onder andere suiker en opgeklopt eiwit, dat vaak roze en wit is en e...

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

spek

1) (17e eeuw) scheldnaam die de Geuzen destijds aan de Spanjaarden en in het bijzonder de Spaanse soldaten, gaven. Wellicht omdat ze er mager en hongerig uitzagen. Zie ook Spanjool*. • ‘s Lants sleutels en haer stale grendels / Smijt nu den Speck, met groot ghewelt, / Aen tween, en met Soldaet en vendels / Sy 't Land schier maken datt...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spek

spek - Zelfstandignaamwoord 1. (biologie), (voeding) een laag vet tussen huid en vlees bij grote zoogdieren Hij at 's morgens graag eieren met gebakken spek. 2. sponzige zoetwaar 3. snoep, suikergoed spek - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spekk...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

spek

spek - zelfstandig naamwoord 1. laag vet onder de huid ♢ in Engeland eten ze 's morgens eieren met spek 1. voor spek en bonen meedoen [meedoen zonder mee te tellen] 2. dat is sp...

2024-04-27
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

spek

De min of meer dikke vetlaag, die zich onder de huid van het varken bevindt. Spek komt vers, gezouten, gerookt of licht gerookt in de handel. Spek verdeeld men in twee categorieën, te weten: a. Vet spek b. Mager spek ​

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

spek

- het spek aan zijn been hebben, in de penarie zitten, ergens de schuld van krijgen, de dupe zijn. Woensdag word ik jarig, 39 jaar en bij winst tegen Middelkerke had ik ze een etentje beloofd. Ik heb nu natuurlijk het spek aan mijn been maar het is met plezier gedaan. - HN, 29-01-2003.

2024-04-27
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Spek

het - weg hebben, eufemistische uitdr. uit de 18de eeuw voor ‘zwanger zijn’, maar ook voor ‘syfilis hebben’. Zie ook Spaanse kraag/pokken/wesp.

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

spek

In de gemeenz. uitdr. het spek aan zijn been hebben, in de penarie zitten, ergens de schuld van krijgen, in de luren gelegd zijn enz. Als je ergens in de luren wordt gelegd, zegt men in Vlaanderen: Ik heb weer het spek aan mijn been, BOON 1972, 117.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

spek

vetweefsellaag bij het varken.