Wat is de betekenis van schors?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schors

schors - zelfstandig naamwoord 1. buitenste laag van de stam van een boom ♢ bij deze zieke boom begint de schors los te laten 2. buitenste laag van een orgaan die om de binnenste laag heen ligt ♢ in de hersen...

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

schors

schors - De buitenste bedekking van de houtachtige stammen, takken en wortels van planten, te onderscheiden van het hout zelf.

2024-04-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

schors

buitenste bekleding van houtachtige delen van gewassen. Elke jonge spruit is met een eenlagige, zelden meerlagige opperhuid (epidermis) bedekt. Daaronder ligt de schors, die tot de centrale cilinder reikt, waarin zich de vaatbundels bevinden. Het schorsweefsel bestaat uit verscheidene lagen van cellen, die een los geheel vormen. Het bevat bladgroen...

2024-04-26
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

schors

of cortex, bij primaire wortels en stengels de laag tussen opperhuid (epidermis) en centrale cilinder (stele). Bevat parenchymweefsel, vaak met bladgroen en vezels (stevigheid). Op de grens van schors en stele ligt in niet te oude delen de schorsgrenslaag. Deze wordt bij de schors gerekend. Bij wortels bestaat deze schorsgrenslaag uit de endodermi...

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Schors

is het buitenste deel van een stengel onder de opperhuid of epidermis. De s. kan uit verschillende elementen zijn opgebouwd: vaak liggen aan de buitenkant collenchymcellen, waarbinnen zich een parenchymatisch weefsel bevindt, voor een deel voorzien van chlorophyl; ook treft men er wel sklerenchym en ook steencellen in aan. Aan de binnenzijde vormt...

2024-04-26
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Schors

hersenschors, zie aldaar zie ook cortex.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schors

s., bast, skors.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schors

v. (-en), 1. buitenste bekleding van houtachtige delen van gewassen (onderscheiden van de bast, die er vlak onder ligt): de schors van beukebomen is glad, die van dennebomen is zeer ruw; 2. buitenste bekleding van iets; — (Zuidn.) huid ; — (ontl.) de schors van de hersenen ; schors der nier, de buitenste laag waarin de nie...