Wat is de betekenis van schorsen?

2024-04-29
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

Schorsen

Als een vrachtauto ten minste een maand, of een bestelauto tenminste 3 maanden niet gebruikt wordt, kan een schorsing van de geldigheid van het kentekenbewijs worden aangevraagd. Dan hoeft er niet meer voldaan te worden aan de voertuiggebonden verplichtingen als motorrijtuigbelasting, WA-verzekering en APK. Bron: tln.nl.

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schorsen

schorsen - regelmatig werkwoord uitspraak: schor-sen 1. er voor een tijdje mee stoppen ♢ ik schors de vergadering voor een kwartier 2. iemand voor een tijdje verbieden zijn werk te doen of op school te komen ...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schorsen

v.; (uitstellen), út-, opstelle, forskouwe; iem. —, immen útslute; een predikant —, in dûmny ûnder ’e stoel sette.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schorsen

(schorste, heeft geschorst), 1. voorlopig of tijdelijk buiten werking stellen, doen ophouden : wat beider tweekamp schorst (Staring); 2. tijdelijk sluiten : een vergadering schorsen; 3. voorlopig of tijdelijk ontzetten uit een ambt: de commissaris is geschorst.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schorsen

schorste, h. geschorst (1 verschuiven, uitstellen; 2 tijdelijk, voorlopig uit zijn bediening ontzetten; tijdelijk sluiten, opheffen): 1 zijn oordeel schorsen; 2 iem. in zijn ambt schorsen; een vergadering schorsen, tijdelijk doen ophouden; de schorsende kracht van het beroep; verg. s c h o r t e n.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schorsen

('schorsən) (schorste, heeft geschorst) [Mlat. excurtare < Lat. curtus, kort] 1. tijdelijk doen ophouden : een vergadering -. 2. uitstellen, opschorten : zijn oordeel -. 3. tijdelijk ontzetten uit een bediening : een inspekteur -.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schorsen

(schorste, heeft geschorst), 1. voorlopig of tijdelijk buiten werking stellen, doen ophouden; 2. tijdelijk sluiten: een vergadering schorsen; 3. voorlopig of tijdelijk verbieden zijn ambt waar te nemen, m.n. de eraan verbonden bevoegdheden uit te oefenen: de commissaris is geschorst.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Schorsen

zie Schort.