Wat is de betekenis van schep?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schep

I. m. (-pen), 1. gereedschap om mee te scheppen, gewoonlijk groter en met platter blad dan een lepel; 2. zoveel in eenmaal opgeschept kan worden: een schep kolen op het vuur doen ; een schep op zijn bord. doen; 3. (bij uitbr., gemeenz.) een grote hoeveelheid, veel: dat kost een schep geld ; ik heb nog een schep te doen : een sche...

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

schep

1) (1917) (inf.) grote hoeveelheid: 'een hele schep geld'. • Tante Deborah had een schep traktaatjes onder den Bijbel liggen. (Jacobus van Looy: Jaapje. 1917) • Hij kon wenen bij het aanschouwen van andermans lijden, toornen bij het zien van onrecht en was, evenals conducteur Lovendaal, al ras geneigd een hele schep theorie over boord te...

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schep

schep - zelfstandig naamwoord 1. voorwerp dat bestaat uit een steel met een blad ♢ ik gebruikte een schep om het zand weg te halen 2. hoeveelheid die je met een schep kunt scheppen ♢ mag ik twee schepjes suik...

2025-07-15
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

schep

Hachee, bereid van paardevlees. Bij «Rieke de Schipper» kon er in de poort «schep» worden gegeten, Gazet v. Antw. 22/7/1977. Sam.: paardeschep, hachee van paardevlees (Talrijke lezeressen van Vrouw en Wereld werkten eraan mee door het inzenden van hun geheim familierecept, zowel spekpannekoeken van de Maaskant...

2025-07-15
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

schep

(de, -pen), grote hoeveelheid; troep, zwerm (dieren, mensen). Er kwam een schep kinderen op school luisteren, hoe de anderen leerden (Spalberg 1898; 1979: 60; oudste vindpl.). - Etym.: In SN alg., in AN gemeenz. Syn. schuif.

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schep

s.; (hoeveelheid), skep; een — geld, in slompe jild.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)