Wat is de betekenis van Poepen?

2025-07-14
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Poepen

I. (poepte, heeft gepoept), 1. winden, veesten laten; 2. zijn gevoeg doen: in zijn broek poepen, (fig.) in de benauwdheid, in angst zitten; — (gemeenz.) dat meisje moet poepen, zij moet in de kraam, zij moet bevallen. II. ww., (Zuidn.) een vrouw bekennen. Zie ook Poppen.

2025-07-14
WoordHoek

Ewoud Sanders (2025)

Poepen

Een korte beschouwing over de gevoeligheid van een functioneel woord. De helft van de leerlingen poept niet of bijna nooit op school. Zo luidde gister de kop boven een NOS-bericht. De leerlingen op basis- en middelbare scholen vinden de toiletten vaak te vies of ze zijn bang dat andere kinderen hen kunnen horen of ruiken, zo blijkt uit onderzoek va...

2025-07-14
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

poepen

1) (19e eeuw) (inf.) zijn behoefte doen; zich ontlasten. Klanknabootsend gevormd. Als aantekening van Guido Gezelle: “Poeppen, gevoeg doen (te Honsbeke). Men zegt het van kleine kinders.” In de zin van ‘een wind laten’ reeds opgetekend in de 16e eeuw (reeds bij Corn. Kilianus, Etymologicum teutonicae linguae). In deze beteke...

2025-07-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

poepen

poepen - regelmatig werkwoord uitspraak: poe-pen 1. onverteerd voedsel door je anus naar buiten laten komen ♢ ik ga naar de WC om te poepen Regelmatig werkwoord: poe-pen ik poep jij/u po...

2025-07-14
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Poepen

Verzamelnaam voor buitenlandse seizoensarbeidskrachten en rondreizende marskramers, die tussen 1600 en 1900 zomers in de kuststreken van Zeeland tot in Noord-Duitsland werkzaam waren. De naam poepen is afgeleid van het Duitse Bube (jongen, knaap). In Noord-Nederland ligt het zwaartepunt op de 19e eeuw. In de gespecialiseerde Friese kleiweidebedrijv...

2025-07-14
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

poepen

neuken Ze leidt de mensenslang als een majorette, zwaaiend met haar paraplu, zwiepend met haar handtas. Geluk maakt overmoedig. ‘Ik sta heet,’ roept ze in het wilde weg, ‘ik sta heet, wie wil er mij poepen?’ (Tom Lanoye, Sprakeloos) In tegenstelling tot wat Nederlanders soms denken is dit in België geen...

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

poepen

1) Het leegmaken van de endeldarm wanneer daar poep in zit; 2) neuken (in België). 1) Het laatste stuk van de dikke darm, het anale kanaal, is omgeven door een kringspier die je zelf kunt aansturen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen wanneer je toegeeft aan de drang om te poepen. Zo kun je poepen op plaatsen en ogenblikken die jou uitkomen, niet...