Paradox
(<Pr.<Lat.), I. zn. v. (-en), uitspraak die niet overeenstemt met de gangbare mening; bij uitbr. stelling of uitspraak die schijnbaar ongerijmd is, doch bij nader onderzoek waar blijkt te zijn, b.v. niets hebbende, alles bezittende (Paulus); — (nat.) de hydrostatische paradox, de stelling dat de drukking van een vloeistofk...