paradox - zelfstandig naamwoord
uitspraak: pa-ra-dox
1. uitspraak die met zichzelf in tegenspraak lijkt te zijn
♢ 'niets hebben en toch alles bezitten' is een paradox
Zelfstandig naamwoord: pa-ra-dox
de paradox
de paradoxen
het paradoxje
Gepubliceerd op 14-11-2017
paradox
betekenis & definitie