oppassen
oppassen - regelmatig werkwoord uitspraak: op-pas-sen 1. je aandacht erbij houden ♢ je moet goed oppassen, anders val je 2. toezicht op een kind houden ♢ wil je vanavond oppassen als wij naar de...
Muiswerk Educatief (2017)
oppassen - regelmatig werkwoord uitspraak: op-pas-sen 1. je aandacht erbij houden ♢ je moet goed oppassen, anders val je 2. toezicht op een kind houden ♢ wil je vanavond oppassen als wij naar de...
Hans Heestermans (1977)
oppassen - voor het zingen de kerk uitgaan. Mijn man paste altijd op, maar als ik over echtscheiding begon, maakte hij dat ik zwanger werd en dan kon ik niet weg (Uit een Damesblad).
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., oppasse; (verzorgen), hoedzje en noedzje, heine en fiere; (bij afwezigheid v. d. bewoners), hûswarje.
Van Dale Uitgevers (1950)
(paste op, heeft opgepast), 1. proberen of iets ergens op past of sluit: een hoed oppassen ; kurken oppassen; 2. op iets letten, acht geven: commissarissen wier vorsende blik oppast of ... ; — (overg.) toezicht houden op : schapen oppassen in het veld; 3. acht geven op zijn werk, op hetgeen men doet: een ande...
M. J. Koenen's (1937)
paste op, h. opgepast (1 verzorgen, bedienen; 2 op iets letten, acht geven op; 3 inz. met goed, braaf enz.: zijn plicht doen, zich goed gedragen): 1. een oude moeder oppassen; 2. pas op, anders val je, voorzichtig! 3. oppassen is de boodschap!; Z.-N. opgepast en niet gelachen!
Jozef Verschueren (1930)
('op) (paste op, heeft opgepast) 1. beproeven of het erop past: een hoed, kurken -. 2. erop letten, acht geven: pas op! 3. op zijn werk letten: een ander maal moet je beter -. 4. zich gedragen: braaf, goed, vlijtig, wel -. 5. ervoor zorgen: daar past die losbol wel voor op. 6. voorzichtig zijn: pas op dat je er niet inloopt; voor iemand,...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: