ongeluk: een - (aan iemand) begaan
iemand doodslaan. ‘Oogenblikkelijk!’ schreeuwde de vader, schor van woede, ‘of ik bega een ongeluk!’ Nicolaas Beets: Dichtwerken. 1864, geciteerd in WNT ‘Je zou jezelf toch bijna een ongeluk begaan aan die gasten,’ mompelt ome Sjoerd terwijl de straatbewoners op een grimmige muur van ‘eigen bijdragen’ stuiten. Wil Schackmann: De dood van...