ongeluk
...
Wiktionary (2019)
ongeluk - Zelfstandignaamwoord 1. een onvoorziene gebeurtenis met negatieve en soms zelfs fatale gevolgen ♢ Het ongeluk op dit kruispunt eiste drie doden. 2. onaangename toestand ♢ Hij is voor het ongeluk geboren.|Hij heeft altijd pech. 3. zonder d...
Muiswerk Educatief (2017)
ongeluk - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-ge-luk 1. ongunstig, nadelig toeval ♢ hij heeft altijd ongeluk 1. hij heeft dat per ongeluk gedaan [niet met opzet] 2...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s.n., ûngelok (it), ûnk (it); (ongeval), ûngelok (it), ûngemak (it); een onnozel —, in smel, krom, skean bryk ûngelok; zich een — lopen, jin út ’e miken rinne; het gebeurde bij —, it ûntkaem my; het ene — na het andere...
Van Dale Uitgevers (1950)
o., 1. ongunstige loop der omstandigheden, tegenspoed: het ongeluk wilde dat hij kwam te vallen; — voor ’t ongeluk geboren zijn, niet gelukkig zijn bij hetgeen men onderneemt. 2. ongunstige omstandigheden, ongunstige toestand: zich verblijden in het ongeluk van anderen. 3. (-ken), ongunstig geval: n...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: