Wat is de betekenis van monde?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

monde

monde - Zelfstandignaamwoord datief van mond, archaïsch|archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukking voorkomt

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Monde

[Fr., van Lat. mundus = eig.: sieraad; het geordende, heelal, wereld; vgl. Gr. kosmos; van Lat. mundus = zuiver, net, sierlijk] de uitgaande wereld.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Monde

wereld, mensen

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Monde

wereld; mensen; l'autre monde, de andere wereld, het hiernamaals; le beau monde, de grote lui; un monde fou, ontzaglijk veel mensen (publiek); le grand monde, de grote wereld; du joli monde, fijne lui!; le monde lettré, de geletterde wereld; le petit monde, de kleine luyden, de burgermensjes; de kinderwereld; notre petit monde, ons klei...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Monde

(Fr.), v., de mensen, de wereld ; de beau monde, mensen uit de eerste kringen; de demi monde, de dames van verdachte zeden.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

monde

(mↄ:d) v. [Fr. < Lat. mundus] wereld(se mensen). →: beau-monde, demi-monde.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

monde

monde - v., wereld, menschen.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Monde

Monde v. de menschen, de wereld; de beau monde, menschen uit de eerste kringen; de demi monde, de dames van verdachte zeden.