Wat is de betekenis van Beau-monde?

1994
2023-03-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Beau-monde

[Fr.] de grote wereld, de deftige stand.

1993
2023-03-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Beau-monde

deftige stand; de grote wereld

1955
2023-03-20
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Beau-monde

de beschaafde, deftige stand.

1950
2023-03-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beau-monde

(Fr.), m., de aanzienlijksten, de grote, uitgaande wereld.

1948
2023-03-20
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

beau-monde

(Fr.) v. de deftige stand, de grote wereld.

1947
2023-03-20
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Beau-monde

is in het Frans de algemene benaming voor de gedistingeerde lieden. In Nederland heeft beau-monde een voornamer klank; men verstaat er gewoonlijk de hoogste en speciaal meest elegante kringen onder, de upper-ten, toonaangevend in levensstijl, mode enz.

1937
2023-03-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beau-monde

m. (Fr. de eerste of deftige stand; de grote wereld).

1937
2023-03-20
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

beau-monde

(Fr.) de deftige stand.

1930
2023-03-20
Jozef Verschueren

Jozef Verschueren (1930)

beau-monde

(bo-m5:d) m. [Fr.] de sjieke, voorname stand, de grote wereld.

1914
2023-03-20
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

beau-monde

beau-monde - v., de beschaafde, deftige stand.

1908
2023-03-20
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Beau-monde

voorname wereld, aanzienlijken, beschaafden.

1898
2023-03-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beau-monde

BEAU-MONDE, m. de aanzienlijke, deftige stand.