Wat is de betekenis van Monden?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

monden

monden - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mond

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Monden

(mondde, heeft gemond), 1. wel smaken : 2. (fig.) behagen, bevallen, wel aanstaan.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

monden

mondde, heeft gemond; wèl smaken; fig. behagen, bevallen: die kost zal u monden.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

monden

('mondәn) (mondde, heeft gemond) 1. smaken : die kost zal wel -. 2. goed aanstaan, behagen, bevallen : ik begrijp hoe weinig je dat moet.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Monden

Monden (mondde, heeft gemond), wel smaken; (fig.) behagen, bevallen, wel aanstaan.

2024-04-26
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Monden

zoo noemt men de uitwateringen van rivieren. Naar zulke riviermonden droegen zes verschillende departementen van het eerste fransche keizerrijk hunnen naam (zie 8 regels verder); en naar de M. der Khóne is een departement genoemd van het tegenwoordige Frankrijk, nl. Ie département des Bouches-du-Rhône, gevormd uit hel zuidwester...

2024-04-26
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Monden

Monden, bw. gel. (ik mondde, heb gemond), wel smaken; (fig.) behagen, bevallen, wel aanstaan.