Wat is de betekenis van mondeling?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mondeling

mondeling - Bijvoeglijk naamwoord 1. via het gesproken woord Er is daar alleen een mondelinge afspraak over. mondeling - Bijwoord 1. op mondelinge wijze Je kunt dat examen ook mondeling doen. Woordherkomst Afgeleid van mo...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

mondeling

mondeling - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: mon-de-ling 1. door te praten, woorden te gebruiken ♢ik hoefde niet te schrijven want het was een mondeling examen Bijvoeglijk naamwoord: mon-de-ling de/het mondelinge ......

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Mondeling

adj. & adv., mounling.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mondeling

bn. bw., 1. met de mond, door gesprek: zich met iem. momleling omlerhouden; 2. door middel van het gesproken woord: mondelinge overlevering; het mondeling examen (ook als znw. o.: het mondeling, het mondeling examen).

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mondeling

1. bw.; met de mond: zich mondeling goed uitdrukken; Z.-N. mondeling stemmen; 2. bn.; in gesproken woorden uitgedrukt; niet schriftelijk: een mondelinge boodschap; het mondeling examen; mondeling bericht; 3. zn. o.: zijn mondeling was goed, nl. mondeling examen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mondeling

('mondәling) I. bn. en bw. 1. met de mond : zich goed uitdrukken. 2. door middel van het gesproken woord, gesproken, oraal: een eksamen; een -e overlevering, boodschap; berichten. Tgst. schriftelijk. - II. o. mondeling eksamen.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Mondeling

Mondeling bn. bw. sprekende, gesproken, door middel van het gesproken woord: mondelinge overlevering; het mondeling examen valt in het begin van Augustus; eene mondelinge boodschap; mondeling berichten, antwoorden.