Mijn snoeren zijn in liefelijke plaatsen gevallen
een goed lot is mij ten deel gevallen; voorspoed en geluk is mijn deel; ook wel gebezigd om te kennen te geven dat men in een aangename kring of aan een welvoorziene dis mocht plaatsnemen. De zegswijze is ontleend aan Psalm 16:6: „De snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen, ja, een schone erfenis is mij geworden” (Statenvert.;...