in
in - bijwoord, voorzetsel 1. niet (als woorddeel, ook im of il) ♢ informeel, immobiel, illegaal 2. geeft een richting aan ♢ we gingen het bos in 3. in de mode ...
Muiswerk Educatief (2017)
in - bijwoord, voorzetsel 1. niet (als woorddeel, ook im of il) ♢ informeel, immobiel, illegaal 2. geeft een richting aan ♢ we gingen het bos in 3. in de mode ...
Marc de Coster (1998)
1. - zijn,deel uitmakend van de bijdetijdse cultuur van een bepaalde sociale groep; in de be-langstelling, in de mode zijn. Opgekomen in de jeugdtaal van de jaren zestigen ontleend aan het Engels (de termen in en outwerden door het Engelse tijdschrift Esquirein de jaren vijftig gelanceerd). In eerste instantie gebruikt m.b.t. kleding, later ook van...
J. van Donselaar (1936)
Bij de benaming van ziekenhuistarieven wordt ‘in’ gebruikt voor ‘inclusief’ en ‘out’ voor 'exclusief’ (alle andere dan de ligkosten). Zie bijv. de cit. De minister ontkende dat bij het nemen van een beslissing voor een ‘all-in-arts-in' tarief voor de overheidsziekenhuizen wat betreft de derd...
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
gein, invorder (geld); met denkbeeld van rus of beweging binne ‘n ruimte; gedurende; bepaling van beweging in sekere rigting.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: