Wat is de betekenis van krak?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

krak

krak - Tussenwerpsel 1. geluid wat ontstaat als iets breekt 'Pap, ik geloof dat ik weet wat een wonder is. Moet je horen: Twee oudjes hadden eens een kipje, en dat kipje heette Stipje. 't Legt een eitje voor de ouden, geen gewoon, maar een gouden. Man sloeg met een bezemsteel, maar het eitje bleef toch hee...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

krak

krak - zelfstandig naamwoord 1. aantasting waardoor het niet meer gaaf is ♢ zijn reputatie heeft door die affaire een krak gekregen 2. scheur in iets wat breekbaar is ♢ er zit een krak in die porseleinen scha...

2024-03-28
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

krak

strafdoublet

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

krak

(de, -ken), (verouderend), gaffel, i.h.b. gaffelvormige stok om iets te stutten, vorkstok. We passeren in de loop van de morgen een oud kamp van de grensexpeditie. Er liggen nog vele stokken en krakken van de kampen in het rond, benevens doorgeroeste blikken en afval van kisten (Geijskes 1957: 241). -Etym.: S en SN kraka betekent ongeveer hetzelfd...