Kleed
o. (kleden), 1. afgepast en afgewerkt stuk weefsel, in ’t alg. dienende om iets mee te bedekken, te omhangen of te omhullen : het toestel was met een kleed afgedekt tegen het stof; een kist met een zwart kleed er over; — dekkleed voor een schuit of wagen; 2. (in ’t bijz.) zulk een weefsel om een meubel mee te beleggen : ...