Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

kleed

betekenis & definitie

(het, kleden) jurk, japon [in België zelden voortapijt]

- iets in een nieuw kleedje steken, er een nieuw uiterlijk aan geven, iets vernieuwen.

Straks wordt dat liedje echter in een nieuw kleedje op de mensheid losgelaten: voor de single-versie deed Sergio een beroep op het Scala-koor, dat eerder onder meer Hooverphonic bijstond. - GvA, 14-11-2002.

zie avondkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed.