Wat is de betekenis van kennen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kennen

kennen - Werkwoord 1. (ov) bekend, vertrouwd zijn met Ken je de nieuwe overburen al? 2. (ov) door studie of oefening geleerd hebben Ik ken de leerstof grondig genoeg. 3. het wel moeten ~: vaak ergens door getroffen worden ...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kennen

kennen - regelmatig werkwoord uitspraak: ken-nen 1. weten omdat je het geleerd hebt ♢ ik ken alle steden van Nederland uit mijn hoofd 1. het van buiten kennen [uit het hoofd op kunnen noemen]...

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

kennen

- succes kennen, succes hebben Bij andere kenfondsen zou het medisch dossier geen succes kennen en ook bij de CM hinkt Franstalig België ver achterop. - DS, 06-11-2002. - moeilijkheden kennen, moeilijkheden ondervinden - de prijzen kennen een lichte stijging, de prijzen vertonen een lichte stijging

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

kennen

In versch. verb. met abstracta als object: (belangstelling) wekken; (moeilijkheden) ondervinden; (resultaten) behalen, bereiken, opleveren; (een tekort) heb- ben; (succes) hebben, behalen, oogsten; enz. - Vaak is het gebruik van kennen in verb. met een abstract znw. volledig overbodig: bijv. iets beeft een achteruitgang gekend i.p.v.:...

2024-04-27
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

kennen

kennen - geslachtelijke omgang hebben met (vgl. bekennen). Waer ick mi keere oft wende, Mijn man en is niet wel mijn vrient. ey out grijsaert, dat ic u oeyt kende. Want ghi en hebt niet dat mi dient (de echtgenoot is impotent), Antw. Liedb. (ed. VON FAI.LERSLEBEN) XXVI [1544].

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kennen

v., kenne, koe, kend (kennen).

2024-04-27
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Kennen

(kannte; gekannt), kennen; dem Namen nach kennen, van naam kennen; er kennt sich vor Hochmut nicht, hij is door en door trots.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kennen

(kende, heeft gekend), 1. bij zien of waarnemen weten of weder weten wie of wat men voor zich heeft, iem. of iets weten te onderscheiden van andere personen of zaken, identificeren: aan zijn lange baard is hij gemakkelijk te kennen; ik zou hem uit duizenden kennen; aan hun vruchten zult gij ze kennen (Matth. 7 : 16); (spr.) ...