Synoniemen zoeken
Synoniem van kennen
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
kennen
kennen - weten hoe, wat, wie iemand of iets is. Wie een tekst of een les uit het hoofd kent, kent die van buiten. Van binnen en van buiten kennen is grondig kennen; met betrekking tot een persoon die je goed kent, gebruik je in je zak hebben: 'hem heb ik in m'n zak'. Een zaak kennen is: bekend zijn met, op de hoogte zijn (van) of (formeel) kennis hebben/dragen van die zaak. Meer grondigheid in het kennen spreekt uit vertrouwd zijn met en het informele op zijn duimpje kennen. Een gebied, stad of land ken je als je broekzak.
Zie: herinneren, zich; weten.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Kennen
Een ding door middel van zijne kenteekenen van andere dingen onderscheiden. Kennen is iets met de zintuigen waarnemen en het in het geheugen bewaren. Erkennen sluit in de meeste gevallen kennen in, met de bijgedachte dat men voor zijne kennis openlijk uitkomt. Ik ken hem als mijn weldoener, en ik zal hem altijd als zoodanig erkennen. Het is in deze beteekenis hetzelfde als bekennen, verklaren, betuigen. Erken uwe schuld. Erkent gij mij voor uw leidsman? Verder: verklaren iets te kennen en de juistheid of het recht van iets aan te nemen, iemands rechten, iemands macht erkennen. Herkennen is opnieuw kennen, zich bewust worden, als men iemand of iets in het gezicht krijgt, dat men hem of het te voren gezien of gekend heeft. Wij hadden elkander in jaren niet gezien, maar hij was zoo weinig veranderd, dat ik hem op het eerste gezicht herkende. Onderkennen is iets kennen of herkennen, wanneer het zich bevindt te midden van andere voorwerpen van dezelfde soort, derhalve de eene zaak van de andere onder¬scheiden. Ieder moet goed en kwaad kunnen onderkennen.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
kennen
kennen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ken-nen
1. weten omdat je het geleerd hebt
♢ ik ken alle steden van Nederland uit mijn hoofd
1. het van buiten kennen
[uit het hoofd op kunnen noemen]
2. ervan op de hoogte zijn
♢ ik ken de burgemeester persoonlijk
Algemene uitdrukkingen:
1. ze hebben hem erin gekend
[hem ook op de hoogte gesteld]
Regelmatig werkwoord: ken-nen
ik ken
jij/u kent
hij/zij kent
wij/zij/jullie kennen
ik/jij/u/hij/zij kende
wij/zij/jullie kenden
hij heeft gekend
Synoniemen
weten