Wat is de betekenis van Iemand afzouten?

2024-04-29
Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Iemand afzouten

een verouderde uitdr. voor: iemand afschepen. Ze wil eigenlijk zeggen: iemand met zout (pekel, een bijtende stof) inwrijven; overdrachtelijk: hem duchtig onder handen nemen, op scherpe wijze terechtwijzen, op een voor hem pijnlijke wijze van zich wegzenden. Vgl. Hd. jemand mit scharfem Salze laugen of reiben, hem de mantel uitvegen, en jem. den Buc...

2024-04-29
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Iemand afzouten

D.w.z. iemand afschepen. Deze uitdr. die sedert de 17de eeuw voorkomt, wil eig. zeggen: iemand zouten, met zout (pekel), een bijtend vocht, inwrijven en wegjagen; op eene gevoelige wijze van zich wegzenden. Winschooten, bl. 132 stelt haar gelijk met: ‘iemand lustig in den baard vaaren’, ‘iemand ruuw bejegenen’, ‘iemand...

2024-04-29
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

F.A. Stoett

Iemand afzouten

een verouderde uitdr. voor: iemand afschepen. Ze wil eigenlijk zeggen: iemand met zout (pekel, een bijtende stof) inwrijven; overdrachtelijk: hem duchtig onder handen nemen, op scherpe wijze terechtwijzen, op een voor hem pijnlijke wijze van zich wegzenden. Vgl. Hd. jemand mit scharfem Salze laugen of reiben, hem de mantel uitvegen, en jem. den Buc...