huisje-boompje-beestje
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Marc De Coster (2020-2025)
(1950+) (inf.) als aanduiding van een kalm en ongestoord leventje. Meestal gebruikt m.b.t. mensen die vasthouden aan de dagelijkse rituelen en zich op een voorspelbare wijze gedragen. In Nederland is elk huisje en boompje in kaart gebracht. Misschien werd de uitdrukking ontleend aan het machinistenjargon. Daarin betekent huisje-boompje-beestje rijd...
Wiktionary (2019)
huisje-boompje-beestje - Bijvoeglijk naamwoord 1. van het leven van iemand dat het goed verzorgd maar wel een beetje saai is ♢ Rudy prijst hoe hij is opgevangen in Den Haag. Zo kan hij „beetje bij beetje” wennen aan de normale wereld. „In de bajes heb je structuur, weet je. Hier moet je alles zelf doen. De me...
Marc de Coster (1999)
Huisje-boompje-beestje - aanduiding voor een kalm, burgerlijk en ongestoord leventje. Meestal gebruikt m.b.t. mensen die vasthouden aan de dagelijkse rituelen en zich op een voorspelbare wijze gedragen. De uitdrukking bestond al in het machinisten- en pilotenslang (in de betekenis ‘oriëntatiepunten’), maar raakte pas in de jaren tachtig algemeen in...
Marc de Coster (1998)
als aanduiding van een kalm en ongestoord leventje. Meestal gebruikt m.b.t. mensen die vasthouden aan de dagelijkse rituelen en zich op een voorspelbare wijze gedragen. Sinds begin van de jaren tachtig populair geworden uitdr. Misschien ontleend aan het machinistenjargon. Daarin bet. huisje-boompje-beestje rijdeneigenlijk ‘op zicht rijden’. Hierbij...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: