Wat is de betekenis van Huisje-boompje-beestje?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

huisje-boompje-beestje

(1950+) (inf.) als aanduiding van een kalm en ongestoord leventje. Meestal gebruikt m.b.t. mensen die vasthouden aan de dagelijkse rituelen en zich op een voorspelbare wijze gedragen. In Nederland is elk huisje en boompje in kaart gebracht. Misschien werd de uitdrukking ontleend aan het machinistenjargon. Daarin betekent huisje-boompje-beestje rijd...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

huisje-boompje-beestje

huisje-boompje-beestje - Bijvoeglijk naamwoord 1. van het leven van iemand dat het goed verzorgd maar wel een beetje saai is Rudy prijst hoe hij is opgevangen in Den Haag. Zo kan hij „beetje bij beetje” wennen aan de normale wereld. „In de bajes heb je structuur, weet je. Hier moet je alles zelf doen. De me...

2024-04-28
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Huisje-boompje-beestje

Huisje-boompje-beestje - aanduiding voor een kalm, burgerlijk en ongestoord leventje. Meestal gebruikt m.b.t. mensen die vasthouden aan de dagelijkse rituelen en zich op een voorspelbare wijze gedragen. De uitdrukking bestond al in het machinisten- en pilotenslang (in de betekenis ‘oriëntatiepunten’), maar raakte pas in de jaren tachtig algemeen in...

2024-04-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Huisje-boompje-beestje

als aanduiding van een kalm en ongestoord leventje. Meestal gebruikt m.b.t. mensen die vasthouden aan de dagelijkse rituelen en zich op een voorspelbare wijze gedragen. Sinds begin van de jaren tachtig populair geworden uitdr. Misschien ontleend aan het machinistenjargon. Daarin bet. huisje-boompje-beestje rijdeneigenlijk ‘op zicht rijden’. Hierbij...

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)