heilig huisje
(19e eeuw) (sch.) café; kroeg. 'Alle heilige huisjes aandoen': de ene kroeg na de andere doen. Vgl. Duits: Heiligenhäuschen. Syn.: drankbak; herriekit*; hompenkroeg*; kapelletje*; keilenkit*; keilenklapper*; kit*; knijp*; kuf*; kwakhuis*; nachtkot*; nachtklopper*; piskroeg*; sneuvelhok*; trekkroeg*; zuiphuis*; zuipkeet*. • Onderweg...