Wat is de betekenis van heil?

2024-04-27
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Heil

Zie Heile

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heil

heil - Zelfstandignaamwoord 1. welzijn, voorspoed, redding, verlossing Veel heil en zegen! (nieuwjaarswens) 2. voordeel. Ik zie daar geen heil in. Woordherkomst Afgeleid van heel (onaangetast, volledig). Antoniemen onhei...

2024-04-27
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

heil

Het woorddeel heil in heilbot betekent vermoedelijk a ‘plat’: een heilbot is immers een platvis; b ‘heilig’: de vis werd zo genoemd omdat hij op feest- of vastendagen werd genuttigd; c ‘woonplaats’: de heilbot zou altijd in de buurt van zijn geboortewater blijven.

2024-04-27
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

heil

zie hel.

2024-04-27
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Heil

Zie Heijl.

2024-04-27
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Heil

I.m -> Heile. II. (Du.) heil- Germ "chailaz; Got. hails ‘gezond'; Oudhoogduits heil 'gezond, gered'; Ndl. heel; Oudsaksisch hêl ‘gezond, ongedeerd'; Oudfries hêl; Oudeng. hêl 'gezond, ongeschonden’, Eng. whole; Oudnoors heill 'gezegend, van goede voortekens begeleid’....

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

heil

geluk, voorspoed, saligheid.

2024-04-27
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

HEIL

zie Heiland.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Heil

s.n., heil (it).