Wat is de betekenis van heersen?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heersen

heersen - Werkwoord 1. (inerg) de macht uitoefenen Deze tsaar heerste met ijzeren vuist. 2. absoluut (medisch) als epidemie aanwezig zijn in de bevolking Er heerste griep.

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

heersen

heersen - regelmatig werkwoord uitspraak: heer-sen 1. de macht hebben, de baas zijn ♢ Karel V heerste over vele landen 2. veel voorkomen ♢ er heerst weer griep Regelmatig werkwoord...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Heersen

v., hearskje; (v. ziekten), (om)gean; willen, baezje, baesspylje wolle.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heersen

(heerste, heeft geheerst), 1. als heer gebieden, heerschappij voeren: God heerst over al het geschapene ; een streng koning zal over u heersen; wie heerst doet zijn macht gelden om te worden gehoorzaamd, terwijl wie regeert tot welzijn zijner onderdanen een verstandig gebruik er van maakt; — het heersende vorstenhuis, dat aan de regeri...

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

heersen

heerste, heeft geheerst; 1. heerschappij voeren: heersen over tal van landen; verdeel en heers! 2. zijn macht doen gelden: heersende meningen; 3. aanwezig zijn; voorvallen; aangetroffen worden: er heerste roodvonk, stilte.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

heersen

('he:rsən) (heerste, heeft geheerst) 1. heerschappij voeren : God heerst over al het geschapene; het -de vorstenhuis. → verdelen. Syn. → beheersen. 2. overmachtig zijn : de -de aristokratie. 3. de toon aangeven : de -de mode. 4. aanwezig zijn : stilte heerst alom; er heerste grote koude. 5. veel voorkomen : hier heerst tyfus.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

heersen

(heerste, heeft geheerst), (onoverg.) 1. heerschappij voeren: God heerst over al het geschapene; het heersende vorstenhuis, dat aan de regering is; (spr.) verdeel en heers, houd tegenstellingen in stand om zo beter te kunnen gebieden; (bij uitbreiding) zich als de meerdere gedragen; hij wil in het bestuur —, de baas spelen; 2. de overhand he...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)