heersend
heersend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanheersen heersend - Bijvoeglijk naamwoord 1. die de baas is 2. (figuurlijk) in een bepaalde tijd veel voorkomend Woordherkomst heersen met de uitgang -d
Wiktionary (2019)
heersend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanheersen heersend - Bijvoeglijk naamwoord 1. die de baas is 2. (figuurlijk) in een bepaalde tijd veel voorkomend Woordherkomst heersen met de uitgang -d
Veerman (1954)
(bosb.) noemt men bomen, waarvan de kronen grotendeels boven die van de overige bomen uitsteken. tezamen vormen deze bomen de heersende etage (z. Boomklasse).
Jozef Verschueren (1930)
('he:rsənt) bn. 1. aanmatigend : op -e toon. 2. algemeen geldend : de -e mening.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: