Grap
v. (-pen), 1. snaaks gezegde, kwinkslag : grappen vertellen; hij zocht er zich met een grap van af te maken ; gij moet het zo hoog niet opnemen, 't was maar een grapje, er werd niets kwetsends mee bedoeld; 2. iets vermakelijks : dat is lang geen grap, daar valt niet mede te spotten, ’t is hoge ernst; — guitenstreek :...