gouden
(1982) (inf.) goed, leuk: 'een gouden kerel' enz. Kijk ook onder goud*. • Van Rossum, een AOWer, Is secretaris-penningmeester. Een gouwe kerel. (Het Parool, 25/09/1982) • Ik zeg tegen hem: joh, verkoop die dure plaatsen toch. Wil-ie niks van weten. Een paar. handenvol goeie vrienden, relaties op de eerste rijen —...